Het is een uitspraak die zowel verbazing als bewondering oproept in de wielerwereld: “Diene Wout rijdt echt zo traag!”. Deze uitspraak komt van een groep jonge wielrenners die met open mond toekeken naar een training van Wout van Aert, de Belgische wielerkampioen en een van de meest veelzijdige renners van het peloton. Wat op het eerste gezicht een verrassende en zelfs enigszins sarcastische opmerking lijkt, werpt licht op de complexiteit van Van Aerts prestaties en het contrast tussen zijn eigen training en de verwachting van de jongere generatie.
Wout van Aert is niet alleen een van de toprenners van zijn generatie, maar ook een rijdende legende die al talloze overwinningen heeft behaald in grote koersen zoals de Tour de France, de Wereldkampioenschappen veldrijden en de klassiekers. Zijn veelzijdigheid is zijn grootste troef, wat hem in staat stelt om zowel in de modder van de cross als op de wegen van de grote rittenseries zijn mannetje te staan. Voor veel jonge renners is Van Aert een voorbeeld om naar op te kijken, een referentiepunt voor wat mogelijk is op het hoogste niveau.
Toch was het voor deze jongeren een eye-opener om te zien hoe Van Aert zich tijdens een training gedroeg. De opmerking over zijn snelheid kwam niet omdat Van Aert daadwerkelijk traag reed, maar eerder omdat zijn trainingen vaak niet het spectaculaire tempo vertoonden dat men zou verwachten van een ronderenner van zijn kaliber. In plaats van voortdurend volle bak te rijden, zoals sommige van zijn jongere collega’s misschien wel zouden doen, is Van Aert een meester in het doseren van zijn energie. Hij traint met een enorm gevoel voor efficiëntie, wat betekent dat hij vaak op een lager tempo rijdt, zijn krachten conserveert en werkt aan zijn techniek, klimcapaciteiten of strategische inzichten. Dit maakt zijn benadering van training niet alleen anders, maar ook een les voor de nieuwe generatie.
Wat deze situatie ook interessant
Leave a Reply