Wellens toont onbegrip voor Van der Poel: “Dat was voor Van Aert ook zo”.

Tim Wellens heeft zijn mening gegeven over de recente kritiek van Mathieu van der Poel op de concurrentiestrijd binnen het wielrennen. Van der Poel uitte zijn frustratie over het feit dat zijn ploeg vaak moet samenwerken om de sterke prestaties van Wout van Aert te neutraliseren. Volgens Wellens is dit echter niets nieuws en moet Van der Poel zich hier niet over beklagen.

“Zo werkt wielrennen”
Wellens, die zelf ervaring heeft in het rijden tegen de absolute wereldtop, benadrukt dat dit een normaal aspect van de sport is. “Dit is altijd zo geweest in het wielrennen. Wanneer je een van de sterkste renners bent, zal het peloton zich automatisch tegen je keren,” aldus Wellens. “Hetzelfde is vaak gebeurd met Van Aert. Hij moet ook regelmatig meerdere aanvallen van zijn rivalen afslaan. Het is de prijs die je betaalt voor je klasse en dominantie.”

De Belgische renner stelt dat Van der Poel misschien gewend is aan zijn dominante rol in het veldrijden, waar het spel vaak anders ligt. Op de weg, waar tactiek en ploegenspel een grotere rol spelen, is het echter een andere dynamiek. “Op de weg draait het niet alleen om kracht, maar ook om slim rijden en samenwerken,” legt Wellens uit.

Focus op eigen strategie
Wellens is van mening dat Van der Poel zich beter kan richten op zijn eigen strategie en niet te veel moet afleiden door de tactieken van anderen. “Je kunt je energie beter steken in hoe je zelf kunt winnen, in plaats van te klagen over wat andere ploegen doen,” zegt hij.

Volgens Wellens kan Van der Poel nog altijd op zijn instinct en talent vertrouwen. “Hij is een fenomenale renner, en dat weet iedereen. Zelfs als hij tegengewerkt wordt, heeft hij de kracht om te winnen. Maar hij moet accepteren dat dat deel uitmaakt van het wielrennen. Het hoort bij de sport en bij zijn status als een van de besten.”

Met deze woorden geeft Wellens een nuchtere kijk op de kwestie en toont hij begrip voor het spel van de concurrentie. Het wielrennen draait immers niet alleen om de sterkste zijn, maar ook om de slimste zijn en omgaan met de constante druk van het peloton.